

Mensen die aan een angststoornis lijden hebben last van intense, aanhoudende gevoelens van onrust, paniek en angst zonder duidelijk aanwijsbare reden.
De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5), het handboek dat wereldwijd in de psychiatrie wordt gebruikt om stoornissen te classificeren, onderscheidt de volgende angststoornissen:
Hoewel er met de komst van de DSM-5 een aantal stoornissen uit de categorie angststoornissen naar andere categorieën zijn verplaatst blijft NijCa²re betrokken bij het onderzoek naar de volgende stoornissen:
Het hebben van een angststoornis heeft een negatieve invloed op het functioneren, zowel thuis als op het werk. Als een angststoornis onbehandeld blijft, gaan mensen met een angststoornis vaak situaties vermijden, waardoor er een neerwaartse spiraal ontstaat. Bijvoorbeeld: iemand met een paniekstoornis vermijdt steeds vaker naar de winkels te gaan uit angst daar een paniekaanval te krijgen. Zo iemand komt dan steeds meer thuis te zitten, en op een angststoornis kan dan een depressieve stoornis volgen. Om de klachten van een angststoornis te verlichten gebruiken sommige mensen alcohol of drugs.
Na hart- en vaatziekten, leiden angststoornissen tot de grootste last voor patiënten uitgedrukt in termen van verloren levensjaren vanwege ziekte. Angststoornissen zijn een zware last voor het gezondheidssysteem. Mensen met een angststoornis gaan drie tot vijf keer vaker naar een dokter. Maar, ondanks het feit dat angststoornissen zo vaak voorkomen en voor veel lijden en beperking zorgen, worden ze vaak niet herkend en daardoor ook niet behandeld.